‘Boom’ in Luyksgestel (NL)

Op vrijdag 7 augustus kon ik eindelijk nog eens een voorstelling spelen. Weg van de strikte coronamaatregelen in de Antwerpse rand, was ik met de kindervoorstelling ‘Boom’ welkom in Openluchttheater ‘De Hunnebergen’ in Luyksgestel Nederland. Eenentwintig glimmende neuzen, 42 glunderende ogen en even veel klappende handen. I’ll be back… hoop ik.
Kindervoorstelling in het groen 'Boom' in openluchttheater 'De Hunnebergen'
Theater onder een bladerdak
Het laatste stuk van de weg naar Luyksgestel is verrassend mooi. Zodra ik de afslag Retie achter me laat voert Ertje me door bos en veld. Een paar kleine dorpjes werpen me een knipoog toe. De weg is overal zo smal dat je niet anders kunt dan vertragen voor elke tegenligger en elke bocht die je tegemoetkomt. Het is warm. De zwoele wind wappert langs mijn ellenboog die op het ijzer van het portier rust. Daar heb je Postel, abdij in een bocht, met traag vertier eromheen, een toeristenval dunkt me. Daar heb je de grens met Nederland. En meteen veranderen de huizen. Dat een grens zich onzichtbaar toch laat zien. Na twee molens begroet een bord langs de weg me in een confrontatie met mezelf die ik niet had verwacht: ‘Ondernemend Luyksgestel heet u welkom’ en daaronder’ Openluchttheater De Hunnebergen – vrijdag 7 augustus Eric cLaVie BOOM’. Niet veel later stap ik het theater binnen. Dansende schaduw van bomen onder een zinderende zon, blij dat er eindelijk weer eens theater komt.
Openlucht sinds 1930
De speelvloer heeft wat van een oude ruïne. Misschien is het dat ook; het theater is opgericht in 1930, lees ik ergens tussen de struiken. Gezien vanop de tribune is het de Hollandse interpretatie van een amfitheater. Een schitterend theater, zolang het maar niet regent. Of té heet is. Maar er komt een zonnescherm, zegt Albert Jan me.
Intiem en dankbaar
21 toeschouwers vinden de weg naar mijn ‘Boom’, een paar gezinnen, ouders met hun kroost, een oma met haar kleindochter. Ik stel voor het publiek van de tribune naar enkele tafeltjes bij het cafetaria onder het gebladerte te verhuizen. Daar zitten ze gezellig, op zijn Belgisch in hun bubbels, netjes op afstand van elkaar. Daar speel ik Boom, uitbundig en intiem tegelijk, voor een klein, maar dankbaar publiek van jong en oud.
Een jongen glundert
Zijn moeder buigt zich naar mij: “Hij wil ook acteur worden.” De jongen knikt. “Ik vond het geweldig!” zegt hij. “Ja, hé,” beaamt zijn mama. “Hoe je met een stok, een wasspeld en een appel zo’n hele voorstelling maakt!”. Mijn dag was al goed. Nu is hij nog beter. Een hoeraatje om niet snel te vergeten.

